maandag 23 juni 2008

Zwangerschaps'kwaaltjes'


Zwanger zijn is geen ziekte. Deze uitspraak is gemeengoed voor alle vrouwen en mannen die bezig zijn met zwanger worden, een goede zwangerschap achter de rug hebben, of zelfs in de verste verte niets met zwanger zijn te maken hebben. Meestal wordt deze zin geformuleerd als: “Zèg, zwanger zijn is wel geen ziekte hé!”, en de intonatie ervan doet vermoeden dat het zelden als compliment is bedoeld.
Zwanger zijn is natuurlijk ook geen ziekte. Er zijn geen bacillen of virussen aanwezig, en je bent niet in afwachting van genezing. Maar voelt ziekte zoveel anders dan zwangerschap? Er zijn grote ziektes, maar ook kleintjes waarvan de snotterige neus alleen al voor velen volstaat om zich als ziek voor te stellen. En niemand die zegt: “Zèg, een verkoudheid is wel geen ziekte hé!”.
Ik heb ook een snotterige neus. Hij doet me snurken in de nacht, en soms ook een beetje tijdens de dag. Hij brengt me voor het eerst in mijn leven bloedneuzen en voorziet me van ongekende geuren en geurintensiteiten. Nooit tevoren rook ik rozen zo sterk, nooit tevoren deed sigarettenrook mij zo walgen. Als ik in het zwembad, onder water, een andere zwemmer kruis, weet ik meteen dat hij een roker is. Sterker nog, ik ruik hem al nog voor ik hem zie.
Naast mijn neus is ook mijn mond veranderd. Mijn tandvlees bloedt, mijn lippen zijn droger, mijn smaakpapillen sterker. Zwanger zijn lijkt het uitgelezen moment om een opleiding sommelier te beginnen. Mijn oren horen scherper, mijn ogen zien slechter, mijn huid is plots droger, mijn haar dan weer vetter. Mijn rug staat hol en is soms wat pijnlijk, mijn benen brengen me ongekende krampen, en mijn voeten durven een piepklein beetje zwellen. Mijn buik, wel, is bovenal buik, en mijn buikeputje is meer en meer een buikebolletje. Mijn borsten torenen overal bovenuit, mijn darmen zijn van ongekende luiheid, mijn maag van ongekende kieskeurigheid, mijn blaas van immense kleinheid. Mijn uithoudingsvermogen is schrikwekkend geslonken, mijn vermoeidheid evenredig toegenomen. Mijn longen bevatten maar de helft zoveel lucht meer en mijn onderste ribben staan geleidelijk aan steeds verder uit elkaar. Verder schijn ik ook anderhalve liter bloed meer te bezitten, en zou mijn hart tot 50 procent sneller slaan. Maar ik ben natuurlijk niet ziek. Zwanger-zijn is geen ziekte, dus wee je gebeente als je je ook maar enigszins anders gedraagt dan anders omdat je buik toevallig dikker is.
Het komt dus ook niet bij me op om veel woorden aan al deze veranderingen te verspillen. En zo vreemd lijkt me dat niet eens. Tenslotte, hoeveel anders is dit dan de maatschappelijke verwachting dat je 5 dagen per maand met geen woord rept over de slopende hoofdpijn, de zeurende druk in de rug en de buikkrampen die je normale leven beïnvloeden?

Geen opmerkingen: